Burgerlijk Wetboek Boek 4
Artikel 124
Tenzij de erflater anders heeft beschikt, heeft een legataris aan wie een bepaald goed der nalatenschap of het vruchtgebruik van een zodanig goed, van de gehele nalatenschap of van een aandeel daarin is vermaakt, recht op uitkering van de vruchten van het hem vermaakte die de erfgenamen hebben geïnd nadat zijn vordering opeisbaar is geworden. De rechtsvordering tot uitkering van deze vruchten verjaart door verloop van drie jaren nadat zij zijn geïnd.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BG8466, Eerste aanleg - enkelvoudig, FA RK 07-2400 286201
Rechtsoort
Personen-en familierecht
Datum uitspraak
03-11-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank 's-GravenhageVerzoek man (Turkse nationaliteit) tot het verlenen van vervangende toestemming voor erkenning van het kind (Spaanse nationaliteit, evenals de moeder) wordt toegewezen. Turks recht is van toepassing op de vraag of de man bevoegd is tot erkenning van het kind en op de voorwaarden voor erkenning en Spaans recht is van toepassing op de toestemming van de moeder...